De herinrichting van het gebied samen met de beheersmaatregelen zijn opgesteld om de verwachte verslechtering van met name habitattypen in het gebied tegen te gaan. De verwachting is dat het op natuurlijke wijze ontstaan van nieuw schor in het buitendijkse gebied minstens 10 jaar zal duren. Delen van het huidige schor zullen in de toekomst begraasd blijven met schapen. Het behoud van het huidige duin is zeer belangrijk voor het gebied. Wit duin kan worden uitgebreid door het aanleggen van een ‘duin tegen dijk’-landschap, door dynamiek in stand te houden en streng te handhaven op betreding van het duin. In de Kievittepolder en Oudelandse polder zal het beheer, middels runderbegrazing en aanvullend maaibeheer, behouden blijven. In de Zwinweide wordt in de nieuwe beheerplanperiodes het begrazingsbeheer voortgezet. Soortgerichte maatregelen zijn genomen voor nauwe korfslak en kamsalamander. Voor kleine zilverreiger geldt dat de doelen worden behaald en aanvullende maatregelen niet nodig zijn. Voor nauwe korfslak worden maatregelen genomen om de strooisellaag in het duindoornstruweel divers te houden door andere soorten te laten staan. Voor kamsalamander zijn een aantal nieuwe poelen aangelegd binnen het gebied. Om het risico op inteelt voor kamsalamander te verkleinen is het noodzakelijk om het gebied ook met andere gebieden te verbinden. De kamsalamander kan gebruik maken van de corridors die voor boomkikker zijn aangelegd. Ook is een aantal maatregelen opgenomen als onderdeel van het PAS maatregelenpakket.
De beschermde diersoorten in het gebied, kamsalamander en kleine zilverreiger worden gemonitord. Nader onderzoek naar nauwe korfslak in het gebied wordt als onderdeel van toekomstige monitoring meegenomen zodat er beter inzicht komt in de staat van instandhouding
van deze soort. Voor habitattypen geldt een monitoringsronde per 6 jaar waarin de habitattypen in kaart worden gebracht. Uit de monitoring blijkt of de gestelde maatregelen ook daadwerkelijk het beschreven effect hebben op aanwezige habitattypen en soorten. Beheerders van het gebied (zowel het Zeeuws Landschap als de Vlaamse beheerder) hebben de taak om toe te zien dat de maatregelen worden nageleefd. Hierbij ligt een belangrijke gebieds-brede rol voor communicatie en voorlichting. Als onderdeel hiervan is het onbemenst bezoekerscentrum ’t Zwin in het leven geroepen. Doel van het bezoekerscentrum is recreanten door het thema ‘zand’ het gebied te leren kennen. Ook vertrekken er excursies vanaf dit punt het gebied in. Aanvullend wordt gehandhaafd door BOA’s die toezicht houden in het gebied, waarbij toezicht wordt aangescherpt bij pieken in recreatieve druk of vergunningplichtige activiteiten en zo nodig sancties uitoefenen bij overtredingen. Financiering van het beheer wordt bekostigd via het Provinciale subsidiestelsel Natuur (SNL en SKNL) en door overeenkomst tussen de Provincie Stichting het Zeeuws Landschap voor de uitvoering van de PAS-maatregelen
Dit beheerplan is tot stand gekomen in samenwerking en overleg met verschillende partijen, onder wie stichting Het Zeeuwse Landschap, de gemeente Sluis, het Waterschap Scheldestromen, het Vlaams Agentschap Natuur en Bos en een aantal belangengroepen. De kennis van alle betrokken partijen over het gebied en de factoren die spelen vormt een belangrijke bijdrage aan een gedegen beheerplan met draagvlak naar de omgeving. Deze samenwerking is ook in de toekomst van belang om de natuurwaarden in het Natura 2000-gebied Zwin en Kievittepolder te beschermen en behouden.