De productiefactor arbeid is geen homogeen gegeven : arbeidskrachten verschillen onderling naar gelang van hun opleidingsniveau, vaardigheden, leeftijd, woonplaats, taal enzovoort. Daardoor is het mogelijk dat het profiel van de op de lokale arbeidsmarkt beschikbare arbeidskrachten niet overeenstemt met het door de werkgevers gewenste profiel. Voor de werkzoekenden kan het noodzakelijk zijn om ofwel; op een ruimere schaal te zoeken naar een baan die afgestemd is op hun competenties ; de nodige opleiding(en) te volgen teneinde nieuwe vaardigheden te verwerven die beter aangepast zijn aan de behoeften van de ondernemingen en die concreet kunnen leiden naar een job.
Arbeidsmobiliteit is net als beroepsopleiding een antwoord op de heterogeniteit van de productiefactor arbeid. Doorgaans maakt men in de literatuur een onderscheid tussen vier vormen van arbeidsmobiliteit: de geografische mobiliteit; de socio-economische mobiliteit; de functionele en beroepsmobiliteit. Met geografische mobiliteit wordt de fysieke verplaatsing tussen de woonplaats en de werkplaats bedoeld. Wat dit betreft, dient men een onderscheid te maken tussen enerzijds woonmobiliteit (d.i. naar een dichter bij het werk gelegen woning verhuizen), en anderzijds, pendelmobiliteit (d.i. het dagelijks of bijna dagelijks heen en weerreizen tussen de woonplaats en de werkplaats). Een sterke geografische mobiliteit van arbeidskrachten kan bijdragen tot het verminderen van de geografische mismatches op de arbeidsmarkt, aangezien lokaal openblijvende vacatures kunnen worden ingevuld door elders woonachtige personen die over de noodzakelijke capaciteiten beschikken.
De socio-economische mobiliteit betreft de overgang van inactiviteit of werkloosheid naar werk en vice versa. De functionele mobiliteit heeft betrekking op veranderingen van werkplek of functie binnen eenzelfde
onderneming. Wanneer een werknemer een functie met meer verantwoordelijkheid opneemt binnen eenzelfde onderneming, spreekt men van verticale functionele mobiliteit. Wanneer een werknemer hetzelfde soort functie uitoefent binnen een andere dienst of productie-eenheid van eenzelfde onderneming, spreekt men van horizontale functionele mobiliteit.
De beroepsmobiliteit betreft de verandering van werkgever (in het geval van loontrekkenden) of van economische activiteit (in het geval van zelfstandigen).
De voorliggende nota beperkt zich tot de geografische mobiliteit.