De Armington-elasticiteit, of de reactie van invoerstromen op een schok op de internationale prijzen, speelt een cruciale rol in open macro-economische modellen en internationale handelsmodellen, vooral voor een kleine open economie als België. De voorspellingen van deze modellen zijn sterk afhankelijk van de waarde van deze parameter. Er bestaat echter geen consensus over de waarde van de Armington-elasticiteit en de empirische studies bieden een te brede waaier van waarden om de vraag te kunnen beantwoorden. Bovendien zijn de waarden die deze parameter aanneemt om de kenmerken van economische cycli in macro-economische modellen te reproduceren vaak te laag in vergelijking met de waarden die door micro-econometrische studies worden verkregen. Daardoor is het moeilijk om macro-economische modellen te kalibreren op basis van bestaande literatuur.
Het doel van deze studie is de Armington-elasticiteit te schatten om een open macro-economisch één-sector- of multisectormodel te kalibreren van de Belgische economie. Hiertoe wordt eerst de elasticiteit geschat op het zeer gedesaggregeerde niveau van de 6-cijferige producten van de nomenclatuur van het geharmoniseerd systeem (GS). Vervolgens worden de gegevens voor de productgroepen in de classificatie van producten gekoppeld aan activiteiten (CPA) samengevoegd en worden ook op dit niveau schattingen gemaakt. De resulterende schattingen kunnen worden gebruikt om een multisectormodel van de Belgische economie zoals DynEMItE te kalibreren. Voor een één-sectormodel zoals de Belgische versie van QUEST III R&D, worden de elasticiteiten geschat over de CPA-productgroepen samengevoegd om één geaggregeerde elasticiteit te verkrijgen.
De schatting van de Armington-elasticiteit wordt geconfronteerd met ten minste twee endogeniteitsproblemen. De eerste is de ‘simultaneity bias’, die ontstaat door de gelijktijdige bepaling van prijzen en hoeveelheden. De tweede is te wijten aan meetfouten, aangezien prijzen niet waarneembaar zijn in datasets over internationale handel en worden vervangen door eenheidswaarden. Om deze problemen op te lossen, gebruiken we het door Feenstra (1994) ontwikkelde kader. Dit laatste gaat om met de endogeniteit door een systeem van gelijktijdige vergelijkingen te schatten dat zowel het invoeraanbod als de invoervraag bevat. Daarnaast maakt het gebruik van de panelstructuur van datasets over internationale handel om interne instrumenten te bouwen.
De methodologie wordt toegepast op gegevens uit de BACI-databank om de Armington-elasticiteit te schatten voor verschillende (des)aggregatieniveaus. De resultaten laten een hoge mate van heterogeniteit in de schattingen zien, niet alleen tussen de 6-cijferige producten van het GS, maar ook tussen de CPA-productgroepen. Schattingen voor de eerste variëren van 1,12 tot 70,69. Voor de tweede liggen de geschatte elasticiteiten tussen 2,40 en 16,63. De resultaten suggereren dat de kalibratie van macro-economische modellen rekening moet houden met deze heterogeniteit tussen productgroepen. Ze suggereren ook dat het, om het effect van heterogeniteitsvertekening in een één-sectormodel te beperken, aangewezen is om schattingen uit te voeren met gedesaggregeerde gegevens alvorens ze naar behoren te aggregeren. Dit impliceert een geaggregeerde Armington-elasticiteit tussen 1,98 en 2,48 voor een één-sectormodel.