Dit basisrapport is een van de producten die voortvloeit uit de ad hoc Commissie Alternatieve Investeringen en vindt haar basis in het decreet houdende een kader voor Grote Projecten en Programma’s van 23 maart 2019. Met het basisrapport Grote Projecten en Programma’s geeft de Vlaamse overheid een inkijk in haar belangrijkste lopende grote investeringsprojecten en programma’s en beoogt ze een gedegen informatieverstrekking aan zowel de bevolking als de bedrijven over bepaalde grote projecten en grote programma’s. Het basisrapport zet in op een efficiënte rapportering aan het Vlaams Parlement en geeft
het Vlaams Parlement meer armslag om controle uit te oefenen.
Door de performantie van deze grote investeringsprojecten en programma’s van dichtbij op te volgen kan inzicht gekregen worden in de dynamiek die met dergelijke projecten gepaard gaat. Deze kennis kan gebruikt worden om het Vlaamse investeringsbeleid verder te versterken.
Het basisrapport gaat daarbij in op grote projecten en programma’s die in een gevorderd stadium zitten en waarvan de afbakening en het concrete voorwerp in voldoende mate werden vastgesteld. Een groot deel van de projecten zit reeds in een operationele fase. Belangrijke projecten en programma’s die nog in de onderzoeksfase zitten worden in dit rapport in een indicatieve lijst opgenomen zodat een vooruitblik kan
gegeven worden op toekomstige grote investeringsprojecten.
Maar de investeringen die de Vlaamse overheid maakt gaan uiteraard ruimer dan de grote in het oog springende projecten. Zo bedroegen de investeringsinspanningen van de Vlaamse overheid in 2020 meer dan 7,5 miljard euro. De Vlaamse regering heeft de ambitie om de investeringsinspanningen hoog te houden. Alleen al met het plan Vlaamse Veerkracht zal de komende jaren 4,3 miljard euro extra geïnvesteerd worden om het economische en maatschappelijke weefsel in Vlaanderen te herstellen en te
versterken - én om op korte termijn een sterke stimulans te geven aan de Vlaamse economie door onder meer fors in te zetten op investeringen in infrastructuur en grote mobiliteitswerken.
Het relanceplan telt 158 eenmalige relanceprojecten en 22 projecten die via bestaande en extra reguliere financiering zullen worden gerealiseerd. Over deze 180 projecten zal drie keer per jaar worden gerapporteerd via de ‘Monitoring relanceplan Vlaamse Veerkracht’. Gelet op deze uitgebreide voortgangsrapportering zullen deze projecten voorlopig niet hernomen worden in voorliggend rapport. Hierbij wordt een uitzondering gemaakt voor projecten en programma’s die via alternatieve financiering zullen worden gerealiseerd (zoals het DBFM-programma Scholen van Vlaanderen). Afhankelijk van de gehanteerde financieringsmethode, de looptijd en de bestaande uitvoeringsrisico’s zal bekeken worden of de overige projecten uit het herstelplan op termijn in het basisrapport opgenomen moeten worden. Op deze manier wordt overmatige administratieve last bij de uitvoerende entiteiten en dubbele rapportering aan het Vlaams parlement vermeden en kan er via duidelijk via het communicatieluik gekoppeld aan de monitoring aangegeven worden op welk vlak het relancebeleid zich afspeelt.
Dergelijke regeling geldt eveneens voor de investeringen die gepland staan in het kader van de ‘Werken aan de Ring’ en het ‘Toekomstverbond’ waarvoor reeds uitgebreide, aparte voortgangsrapporten aan het Vlaams Parlement bestaan.