Grote projecten en programma's van de Vlaamse overheid 2023

Dit basisrapport vindt haar oorsprong in het decreet houdende een kader voor Grote Projecten en  Programma’s van 23 maart 2019. Met het basisrapport Grote Projecten en Programma’s en het bijhorende indicatieve overzicht van toekomstige projecten geeft de Vlaamse overheid een inkijk in haar belangrijkste lopende en toekomstige grote investeringsprojecten en programma’s. 
Door een accurate en tijdige monitoring van de implementatie van deze grote investeringsprojecten en programma’s kan i…

Dit basisrapport vindt haar oorsprong in het decreet houdende een kader voor Grote Projecten en  Programma’s van 23 maart 2019. Met het basisrapport Grote Projecten en Programma’s en het bijhorende indicatieve overzicht van toekomstige projecten geeft de Vlaamse overheid een inkijk in haar belangrijkste lopende en toekomstige grote investeringsprojecten en programma’s. 
Door een accurate en tijdige monitoring van de implementatie van deze grote investeringsprojecten en programma’s kan inzicht verkregen worden in de dynamiek die met dergelijke projecten gepaard gaat. Deze kennis kan gebruikt worden om het Vlaamse investeringsbeleid verder te versterken. Degelijke monitoring 
bevordert bovendien een efficiënte allocatie van overheidsmiddelen en kan helpen om potentiële  uitvoeringsproblemen in een vroeg stadium aan het licht te brengen waardoor gepaste remediëringsacties kunnen worden genomen.
Het basisrapport gaat daarbij in op grote projecten en programma’s die in een gevorderd stadium zitten en waarvan de afbakening en het concrete voorwerp in voldoende mate werden vastgesteld. Een groot deel van de projecten zit reeds in een operationele fase. Belangrijke projecten en programma’s die nog in de onderzoeksfase zitten worden in dit rapport in een indicatieve lijst opgenomen zodat een vooruitblik kan gegeven worden op toekomstige grote investeringsprojecten. 

Het opstellen en publiceren van deze indicatieve lijst probeert enerzijds bij te dragen aan het beter  anticiperen op en afstemmen van de capaciteit aan opdrachtgever- en opdrachtnemerszijde en anderzijds een continue stroom van opdrachten te stimuleren waarbij over- of onderaanbod van projecten wordt vermeden.
Tot slot worden de investeringsprojecten die deel uitmaken van Vlaamse Veerkracht1, net als in voorgaande edities, niet hernomen in voorliggend rapport. Hierbij wordt een uitzondering gemaakt voor projecten en  programma’s die via alternatieve financiering zullen worden gerealiseerd (zoals het DBFM-programma Scholen van Vlaanderen). Afhankelijk van de gehanteerde financieringsmethode, de looptijd en de  bestaande uitvoeringsrisico’s zal bekeken worden of de overige projecten uit het herstelplan op termijn in  het basisrapport opgenomen moeten worden. Dergelijke regeling geldt eveneens voor de investeringen die gepland staan in het kader van de Werken aan de Ring en het Toekomstverbond waarvoor reeds  uitgebreide, aparte voortgangsrapporten aan het Vlaams Parlement bestaan.