Thema-audit Opvolging van Verzelfstandigde en Verbonden Entiteiten (OVVE): Globaal rapport

Elk lokaal bestuur is verantwoordelijk voor de realisatie van de haar toegewezen aangelegenheden van gemeentelijk belang. Het lokaal bestuur heeft daarbij de keuze om taken zelf uit te voeren of om ze te laten uitvoeren door middel van een andere structuur (bv. een vzw) of door samenwerking (bv. toetreding tot een opdrachthoudende vereniging). Vaak wordt ook gebruik gemaakt van structuren die verbonden zijn met meerdere lokale besturen. Voor de vertegenwoordiging van het lokaal bestuur ten aanzi…

Elk lokaal bestuur is verantwoordelijk voor de realisatie van de haar toegewezen aangelegenheden van gemeentelijk belang. Het lokaal bestuur heeft daarbij de keuze om taken zelf uit te voeren of om ze te laten uitvoeren door middel van een andere structuur (bv. een vzw) of door samenwerking (bv. toetreding tot een opdrachthoudende vereniging). Vaak wordt ook gebruik gemaakt van structuren die verbonden zijn met meerdere lokale besturen. Voor de vertegenwoordiging van het lokaal bestuur ten aanzien van de entiteiten, worden hiervoor veelal mandatarissen aangeduid.

Audit Vlaanderen onderzocht bij 10 besturen in welke mate zij stappen zetten om risico’s verbonden aan een gedelegeerde opvolging en aansturing van entiteiten, in te perken. Daarvoor werd ook in gesprek gegaan met mandatarissen en de entiteiten zelf. De focus lag op entiteiten die vallen onder het Decreet Lokaal Bestuur.

Beheersmaatregelen bij de organisatie van de opvolging en aansturing via en samen met gemandateerden, zijn nog onvoldoende aanwezig. Een gestructureerde en gerichte aanpak ontbreekt veelal. Veeleer maken de onderzochte besturen impliciete keuzes en vallen ze ook terug op informele en veelal persoonsafhankelijke beheersing. Meer in het algemeen is dit een proces waar tot op heden relatief weinig aandacht aan besteed wordt. Dit kan mede worden verklaard door het feit dat de verantwoordelijkheid hiervoor wordt gedeeld door het politieke niveau, de administratie en de entiteiten zelf.

Positief is zeker dat lokale besturen hun vertegenwoordigers overwegend correct aanduiden. De onderzochte besturen nemen ook initiatieven om informatie over hun entiteiten te verzamelen.

Daarnaast stelde Audit Vlaanderen de volgende verbeterpunten vast: 

• de opvolging van entiteiten gebeurt in grote mate ad hoc en entiteiten krijgen in het algemeen weinig aandacht bij het uittekenen van een aantal relevante processen (bv. omgevingsanalyse);
• (nieuwe) raadsleden/mandatarissen kunnen veelal niet terugvallen op gestructureerde en degelijke ondersteuning bij de invulling van hun manda(a)t(en);
• de meerderheid van de onderzochte besturen heeft geen volledig, actueel en correct overzicht van de entiteiten en geeft evenmin gevolg aan de decretaal verplichte jaarlijkse deling van deze informatie met de raden.