In deze Working Paper worden de belangrijkste kenmerken van het multiregionaal bottom-up HERMREG-model beschreven. Het wordt door het Federaal Planbureau (FPB) en zijn drie regionale partners in het HERMREG-project (BISA-IBSA, IWEPS, Statistiek Vlaanderen) gebruikt om de korte- en middellangetermijnimpact van het economisch beleid in de drie Belgische gewesten te analyseren.
Deze Working Paper presenteert voor het eerst in detail de belangrijkste kenmerken van het multiregionaal bottom-up HERMREG-model en de belangrijkste groepen van vergelijkingen. Het Federaal Planbureau (FPB) en zijn drie regionale partners in het HERMREG-project (BISA-IBSA, IWEPS, Statistiek Vlaanderen) gebruiken dit model om de korte- en middellangetermijnimpact van het economisch beleid in de drie Belgische gewesten te analyseren. Voor het opstellen van regionale economische projecties wordt daarentegen het top-down HERMREG-model gebruikt.
HERMREG bottom-up bevat bijna 16 000 vergelijkingen (of endogene variabelen) waarvan er bijna 500 econometrisch worden geschat. De voornaamste componenten van de vraag, met uitzondering van de overheidsconsumptie en de interregionale handel – namelijk de consumptie van de huishoudens, de investeringen, de internationale uitvoer en invoer – zijn het voorwerp van econometrische vergelijkingen met foutencorrectie, die de dynamiek op korte en middellange termijn combineren. Ongeveer 2 600 variabelen zijn exogeen. De grote omvang van het model wordt verklaard door de hoge mate van desaggregatie van de economische activiteit (14 bedrijfstakken), het aantal gemodelleerde territoriale entiteiten (drie gewesten, België) en de ontwikkeling van gedetailleerde modules (toewijzing van de consumptie per uitgavencategorie, gesegmenteerde regionale arbeidsmarkten, interregionale handel per bedrijfstak en het blok overheidsfinanciën, waarin onderscheid wordt gemaakt tussen de verschillende gefedereerde entiteiten).
Het bottom-up HERMREG-model richt zich voornamelijk op de vraag naar goederen en diensten, hoewel neoklassieke aanbodmechanismen ook een zekere rol spelen, met name bij de modellering van de sectorale investeringen of de internationale uitvoer of invoer. Aan de hand van de gegevens van de interregionale input-outputtabellen 2015 kunnen vraag en aanbod van goederen en diensten op regionaal niveau met elkaar in overeenstemming worden gebracht: elke bedrijfstak geeft aanleiding tot de modellering van de zes bilaterale handelsstromen tussen de drie Belgische gewesten.
Op de regionale arbeidsmarkten maakt de uitsplitsing van de loontrekkende werkgelegenheid in vier categorieën (volgens leeftijd en brutoloonniveau van de werknemers) het mogelijk om met het bottom-up HERMREG-model de impact te analyseren van beleidsmaatregelen die op specifieke werknemerscategorieën zijn gericht. Men onderscheidt de regionale binnenlandse werkgelegenheid (het aantal mensen dat op het regionaal grondgebied werkt) van de regionale werkende beroepsbevolking (de werkgelegenheid van de inwoners van het gewest). De modellering van de pendelstromen van de werknemers verbindt beide concepten. Zowel de beroepsbevolking als de gemiddelde arbeidsduur zijn exogeen.
De module overheidsfinanciën bevat volledige en gedetailleerde rekeningen voor het federale niveau en voor de andere overheidsniveaus (met inbegrip van de rekeningen van de verschillende gefedereerde entiteiten). Het bottom-up HERMREG-model is bijgevolg bijzonder geschikt voor de analyse van een brede waaier van regionale overheidsmaatregelen.