In 2022 stegen de uitgaven van huishoudens in de EU-27 aan visserij- en aquacultuurproducten met bijna 11% ten opzichte van 2021, wat de trend sinds 2018 verder versterkte. De stijging werd grotendeels veroorzaakt door de inflatieschok als gevolg van de Russische invasie van Oekraïne, wat leidde tot een prijsstijging van meer dan 10% voor visproducten. Aangezien de EU grotendeels afhankelijk is van import, weerspiegelde deze prijsstijging de hogere kosten van geïmporteerde producten.
Door de stijgende prijzen daalde de thuisconsumptie van vis met bijna 17% in de EU-landen met de hoogste consumptie. Consumenten kozen vaker voor goedkopere alternatieven voor dierlijke eiwitten, beperkten de porties of verminderden de frequentie van hun aankopen van vlees en vis.
De handelsstromen van visserij- en aquacultuurproducten binnen de EU daalden in volume met 1,5%, maar stegen in waarde met 20% in nominale termen, wat neerkomt op een reële groei van 14%. Extra-EU-importen bereikten een waarde van €32 miljard, een stijging van 23% ten opzichte van 2021, ondanks een daling van 2% in volume. Extra-EU-exporten groeiden in waarde met 19% tot €8 miljard, terwijl intra-EU-handel met 17% in waarde toenam en stabiel bleef in volume.
Het EU-handelstekort groeide met 25% of €4,73 miljard in 2022 en bereikte over het afgelopen decennium een toename van 56% in reële termen. Alle EU-landen met een tekort van meer dan €1 miljard zagen hun handelssaldo verslechteren. Dit patroon werd ook waargenomen in de VS en Japan, de tweede en derde grootste netto-importeurs van vis ter wereld, waar het handelstekort met 20% toenam.
Wat consumptie betreft, bereikte de schijnbare consumptie van vis in de EU in 2021 een herstel tot 10,6 miljoen ton LWE (levendgewicht equivalent), een stijging van 2% ten opzichte van 2020. Dit werd gedreven door een stijging in de productie van gekweekte vis die het afnemende aantal vangsten gedeeltelijk compenseerde. De consumptie van gekweekte vis per capita steeg van 6,47 kg LWE in 2020 naar 6,80 kg LWE in 2021, terwijl de vangstvolumes in de EU bleven dalen.
Specifieke soorten ondergingen belangrijke marktverschuivingen:
- Zalm: Ondanks een daling van 3% in volume, steeg de importwaarde met 28% tot een recordhoogte van €8,4 miljard, gedreven door hogere prijzen en stabiele productie.
- Garnalen: De importvolumes stegen met 2%, terwijl de waarde met 17% groeide. Ecuador, India en Vietnam waren de belangrijkste leveranciers.
- Kabeljauw: De quota in de Barentszzee werden met 20% verlaagd, wat leidde tot een daling van 7% in de EU-aanvoer en een prijsstijging van 29%, met een gemiddelde prijs van €6,53/kg.
- Tonijn: De importvolumes stegen met 1%, maar de waarde nam met 29% toe. Skipjack tonijn vertegenwoordigde 53% van het volume en 49% van de waarde.
Daarnaast had de valutavolatiliteit een sterke invloed op de handel. In 2022 bereikte de EUR/USD-wisselkoers een historisch dieptepunt en daalde onder de 1:1-grens, terwijl de euro in 2023 weer herstelde en de EUR/NOK-wisselkoers het hoogste niveau in vier jaar bereikte.
De macro-economische druk op de vissector bleef groot door hoge inflatie en stijgende energie- en productiekosten, mede veroorzaakt door de Russische oorlog in Oekraïne. De Europese Centrale Bank verhoogde de rente meerdere keren, en marine brandstofprijzen stegen in de eerste tien maanden van 2022 tot een piek van €1,15/liter in juli, alvorens te dalen naar gemiddeld €0,70/liter in 2023.
Ondanks deze uitdagingen blijft de visserij- en aquacultuursector een essentiële pijler van de Europese voedselvoorziening, met een blijvend grote afhankelijkheid van import en wisselende marktdynamieken tussen wilde en gekweekte visproducten.