Op 1 januari 2007 is het Steunpunt Ruimte en Wonen van start gegaan. Het Steunpunt zal tot eind 2011 instaan voor het uitvoeren van het langlopend basisonderzoek en het korte termijn beleidsgericht onderzoek voor de beleidsvelden Wonen en Ruimtelijke Ordening. Binnen het onderzoeksluik Wonen werd het Steunpunt in 2008 belast met de verdere uitvoering van de onderzoeksopdracht ‘Lokaal woonbeleid’. Het eindrapport van deze onderzoeksopdracht ligt nu voor u.
De Vlaamse Wooncode heeft ervoor gezorgd dat de gemeenten een aantal belangrijke uitvoerende taken vervullen in het woonbeleid. De centrale doelstelling van het onderzoek ‘Lokaal woonbeleid’ is het tegemoetkomen aan de informatiebehoefte van zowel de Vlaamse, provinciale als lokale overheden. Het is immers van belang dat de Vlaamse overheid goed geïnformeerd is over de praktijk van het lokale woonbeleid enerzijds, en dat de overheid de gemeenten zoveel mogelijk ondersteunt bij de voorbereiding van het lokaal woonbeleid anderzijds. Dat laatste gebeurt onder meer via het ter beschikking stellen van gegevens.
Het onderzoek werd in 2005 opgestart binnen het kader van het onderzoeksproject ‘Ruimte voor woonbeleid’, uitgevoerd door het toenmalige Kenniscentrum voor Duurzaam Woonbeleid. Na een eerste verkenning van de informatiebehoefte, de samenwerkingsmogelijkheden met provincies en gemeenten en een inventaris van
de beschikbare data, werd een geïntegreerd registratie-instrument uitgewerkt om de veelheid aan gemeentelijke gegevens beschikbaar en bruikbaar te maken voor
de voorbereiding van het lokaal woonbeleid. Anderzijds werd via een webbevraging (najaar 2006 - voorjaar 2007) de informatie die enkel lokaal aanwezig is, bij de
gemeenten en OCMW's opgevraagd en geïntegreerd in hetzelfde databestand.
Dit rapport geeft de voornaamste resultaten van de analyses op dit databestand en schetst een beeld van de praktijk van het lokaal woonbeleid anno 2006. Daaruit
blijkt dat het woonbeleid een plaats verworven heeft in de centrumsteden, in een aantal kleinere steden en in enkele voorbeeldgemeenten daarbuiten. Dit roept de
vraag op of de kleinere gemeente wel voldoende uitgerust is - zowel qua middelen als wat betreft know-how - om een dynamiek op gang te brengen op het vlak van
lokaal woonbeleid.
Het subsidiekader voor projecten ter ondersteuning van het lokaal woonbeleid, opgestart na 2006, lijkt alvast in te spelen op de vastgestelde leemten op het terrein: de regisseursrol van de gemeente en de mogelijkheden die intergemeentelijke samenwerking bieden om het gebrek aan draagkracht in de kleinere gemeenten op te vangen, staan er centraal, alsook het uitwerken van een cijfermatig onderbouwde beleidsvisie. Het hoge aantal subsidieaanvragen geeft aan dat dit ook door de gemeenten zelf als een tekort ervaren wordt. Er zijn ondertussen reeds 17 intergemeentelijke projecten lokaal woonbeleid lopend waaraan in totaal 74 gemeenten participeren en nog dit jaar zullen een aantal nieuwe projecten worden opgestart.